histologie van eosinofiel fasciitis
Scanning power view van eosinofiele fasciitis laat een scleroserend proces zien dat de onderhuids stof en bindweefsel (Figuur 1). Bij vroege ziekte is dat wel het geval oedeem van de fascia en het onderhuidse weefsel met een lymfocytisch infiltreren bevattend plasma cellen en eosinofielen. Na verloop van tijd de collageen dikker en sclerotisch (Figuur 2) met uitbreiding tot de onderhuidse fibreuze septa. Lobulaire betrokkenheid is zeldzaam. Weefsel-eosinofielen kunnen dat wel zijn brandpunt in de omgeving van bijlagen structuren of diffuus binnen het weefselinfiltraat (Figuur 3). In meer betrokken gevallen kunnen de wijzigingen zich uitstrekken tot de dermis. de opperhuid meestal niet betrokken, hoewel mild atrofie kan in een minderheid van de gevallen worden gezien.
Pathologie van eosinofiele fasciitis
Figuur 1
Figuur 2
figuur 3
differentiële diagnose eosinofiele fasciitis
sclerodermie: Betrokkenheid van de epidermis en de bovenste dermis komt zelden voor bij eosinofiele fasciitis, vooral bij verwondingen. Een aanzienlijk aantal eosinofielen in het infiltraat zou sclerodermie niet bevoordelen.
Geleedpotige Reactie op de beet: hoewel een diep eosinofiel infiltraat kan worden waargenomen, kan het zich uitbreiden naar het onderhuidse weefsel en daarbuiten atypisch. De aanwezigheid van oppervlakkig epidermaal Y dermaal de veranderingen zouden pleiten tegen eosinofiele fasciitis.
proliferatief fasciitis: naast fasciaal fibrose er zijn grote ganglion zoals cellen en een pauci-opruiend myxoïde stroma.